ZAKELIJKE VERMELDING
In het logboek van het Duitse 88e Legerkorps staat op 5 augustus 1944
(vertaald):
“Bij een drie- of viervoudige duikvlucht bij Vinkenbrug een trein met boordwapens beschoten. Er vielen 13 doden, 24 zwaar- en 60 lichtgewonden, waaronder 4 militairen.”
JOURNALISTIEKE WEERGAVE
Het Dagblad voor Leiden en omstreken, dat met toestemming van de Duitse autoriteiten verschijnt,
ziet deze gebeurtenis door een Duitse bril en houdt zich keurig aan de richtlijn door geen exacte tijden, plaatsen en aantallen slachtoffers te noemen. Dat zou immers de vijand teveel informatie geven.
Krantenknipsel (hieronder een deel van de tekst) (via Delpher)
DEN HAAG. 7 Aug. — Op 4 en 5 Augustus hebben Anglo-Amerikaanse vliegers weer ln verschillende delen des lands van vlakbij met boordwapenen aanvallen gedaan op rijdende personentreinen, op auto's en wandelaars.
Een onzer redacteuren was ooggetuige van een dezer beschietingen op een trein. Hier volgt het verslag van zijn belevenissen.
Een zomerdag: Zaterdag, 5 Augustus. Voor velen een feestdag tevens het begin van een langverbeide vacantie. Een korte tijd van rust en ontspanning en een vrolijk weerzien van familie en bekenden in andere streken des lands staan voor de boeg.
Een overvolle trein doorkruist het bosrijke landschap. In coupé's, waar officieel plaats is voor acht personen, hebben er twintig of meer een plekje gevonden. De stemming is er niet minder om; vacantiegangers en zakenmensen, jong en oud, boeren en stadsmensen delen voor enige uren elkaars gezelschap en met een gemoedelijk woord hier, een kwinkslag daar, weet men alle moeilijkheden op te lossen. Het gelijkmatige stoten van de wielen heeft menigeen, die een zitplaats wist te bemachtigen, in slaap doen vallen. Kalmpjes beweegt zich de lange rij wagons van de personentrein over de 'blinkende spoorstaven.
Vreselijke paniek
Dan. plotseling is er de paniek. De remmen knarsen, een onderdeel van een seconde later gieren de brullende motoren van enige vliegtuigen vlak over de trein. Driemaal onmiddellijk na elkaar klinkt het dodelijk staccato van de boordwapens. Glas rinkelt, vrouwen en kinderen gillen. De coupédeuren worden opengesmeten en de mensen duwen en dringen en persen zich over elkaar heen , en onder elkaar door naar bulten. Moeders schreeuwen wanhopig om haar kinderen, mannen om hun vrouwen. Wie eenmaal uit de trein is vlucht in wilde angst naar de kant van de spoorlijn, waar dunne boompjes een povere bescherming bieden. Vluchten, want weer gieren de vliegtuigen op de mensen aan, weer knetteren kort na elkaar de vuurstoten naar de grond, waar mensen in blinde angst het leven pogen te redden en waar zovele de dood vinden of voor hun leven worden verminkt. Een vrouw draagt twee kinderen in haar armen. Eén ervan heeft een schotwond in het hoofdje en is dood; de vrouw beseft het niet eens. Wezenloos, verbijsterd holt zij verder. Vluchten, zover mogelijk vluchten! Voor de derde en voor de vierde maal donderen de vliegtuigmotoren en fluiten de kogels over de dodelijk beangste mensen heen.
Dan komt de rust. Is de verschrikking van deze zinloze moordpartij ten einde? Men durft het nauwelijks geloven. Maar als de minuten verstrijken en er niets meer gebeurt, kan men weer wat vrijer ademen.
Het leven herneemt zijn rechten. Wie onder zijn bekenden of familie geen slachtoffers heeft, bespreekt de mogelijkheden die er zijn om verder te reizen. Menigeen durft niet verder met de trein te gaan. Maar: daar is nog de bagage. ”Pas jij op de kinderen," zegt een man tegen zijn vrouw, “dan haal Ik de koffers uit de trein."
Nu kan het wel. Anderen gaan met hem mee. Een schreeuw: dekken!! En het ongelofelijke gebeurt. Wederom razen de toestellen van de vliegende moordenaars op de mensen aan. Suizend volgen de kogels hun baan — mensen vallen. Nu hebben de passagiers van deze trein inderdaad hun deel gehad…
(en zo gaat deze krant nog enkele kolommen verder)
Na de oorlog kwam deze foto van de trein beschikbaar, zie een gedetailleerde reconstructie van deze gebeurtenis, http://www.komvanavondmetverhalen.nl/treinbeschieting.htm
WASSENAAR
De politie in Wassenaar noteert op 5 augustus 1944 in het rapportenboek: “Overleden tengevolge van een beschieting op de trein Amsterdam- Haarlem Jufr. Van Namen, Prinsenweg 87.”
Hier was sprake van miscommunicatie want het slachtoffer uit Wassenaar was de 65 jarige Cornelis van Namen, koopman.
In diezelfde pers mochten er nooit vermeldingen komen van oorlogshandelingen als oorzaak van het overlijden, zodat het meestal ‘een noodlottig ongeval’ moest heten, zo ook bij Cornelis van Namen:
Na het overlijden van weduwnaar Cornelis van Namen was er geen binding meer met Wassenaar; reden waarom deze tragische gebeurtenis niet voorkomt in ‘Wassenaar in de Tweede Wereldoorlog’.