Jaarlijks vieren veel mensen op 3 oktober Leidens Ontzet. In die stad wordt dan haring en wittebrood uitgedeeld, ook hutspot staat op het menu. De vreugde om de bevrijding van de Spaanse bezetting in 1574 was in Wassenaar 370 jaar later geheel afwezig, nu er een Duitse bezetting en terreur heerste.
Op die woensdag 3 oktober al heel vroeg in de ochtend vond de eerste razzia op mannen in Wassenaar plaats. Pieternel Honders (17 jaar) zag op de hoek van de Van Zuylen van Nijeveltstraat en de Schoolstraat een groep Duitsers met ongeveer 15 opgepakte mannen. ‘Vrouwen liepen er huilend omheen. Korbee en meneer Bax zijn ook opgepakt! ‘De volgende dag waren de meeste opgepakte mannen weer terug, naar wij aannemen na een lange dag gedwongen arbeid. Exacte gegevens zijn niet bekend.
Een dag later werd met plakkaten bericht dat er overdag geen stroom zou zijn. Gelijk werd gemeld, dat dit nog maar het begin zou zijn en dat er naarmate de omstandigheden ‘zulks eischen’ deze stroomloze uren zouden worden uitgebreid. En dat gebeurde ook.
(Bron: gemeenterachief, collectie Stichting Wassenaar '40-'45)
De 40-jarige Johan Mariunus Oberg zat diep in het verzet. Thuis, aan de Johan de Wittstraat 12 in Wassenaar, bij zijn vrouw en twee jonge kinderen was hij niet meer te vinden. Hij was in Breda en omgeving werkzaam als tijdelijk inspecteur van de Centrale Distributiedienst. Als opgeleid stuurman beheerste hij het morse seinen en daarom werkte hij voor het verzet in die streek als marconist.
Vanwege de opmars van de geallieerden had het verzet vanaf 4 september opdracht gekregen om het radionetwerk in de lucht te brengen. Drie marconisten, onder wie Johan Oberg, bemanden het netwerk, bestaande uit drie radioposten. Oberg bevond zich in één van die posten, ondergebracht in de boswachterswoning, gelegen op de Vloeiweide, een natuurgebied bij Rijsbergen (Noord-Brabant).
Na het mislukken van de operatie ‘Market Garden’ liet een verdere doorstoot van de geallieerden op zich wachten, tot grote ontsteltenis van de bemanning van de Radiodienst. Met lede ogen zagen ze aan dat de situatie in de Vloeiweide met de dag gevaarlijker werd. In het gebied wemelde het van Duitse soldaten die voor de geallieerden op de vlucht waren geslagen en vanuit België aan een wanordelijke terugtocht waren begonnen. In kleine groepjes trokken de Duitsers door het gebied rondom de Radiopost. Als gevolg van de Duitse terugtocht gingen leden van de Feldgendarmerie, de Duitse militaire politie, in het gebied patrouilleren. Het was bekend dat er in het naburige Princenhage over de aanwezigheid en de activiteiten van de verzetsmensen in de Vloeiweide werd gekletst. Dan was er ook nog de lange zendmast die op het terrein van de boswachterswoning stond. De mast was in de verre omgeving goed waarneembaar. Op 1 oktober 1944 was er bij de Staf van het Gewestelijk Hoofdkwartier in Breda serieus over nagedacht om de Radiopost op te heffen. Er werd geen actie ondernomen omdat de leiding er de noodzaak niet van in zag.
In de vroege morgen van 4 oktober 1944 werd door de Duitsers een overval uitgevoerd op de radiopost. Bij een langdurig vuurgevecht sneuvelden Duitse militairen, Nederlandse handlangers, leden van het boswachtersgezin en verzetsstrijders, waaronder Johan Oberg. Naderhand werden de overlevenden gefusilleerd.
De ruïnes van de boswachterswoning, die in brand werd gestoken en waar gezinsleden van de boswachter in de kelder omkwamen. Oberg en andere verzetsstrijders werden bij een uitbraak uit die woning gedood. (Bron: https://www.hhbest.nl/hh1/geschiedenis/vloeiweide.html)
Op 7 maart 1946 kwam het lichaam van Johan Oberg naar Wassenaar en werd het in graf 63 van de Oorlogsbegraafplaats Lange Duin aan de Schouwweg neergelegd.
Op 13 december 1952 werd het oorlogsmonument officieel onthuld door mevrouw P.F. Oberg-Balkenende, de weduwe van J.M. Oberg. Zij schreef enkele dagen later aan burgemeester van Wijnbergen: “Dat ik op Uw verzoek mijn bescheiden medewerking heb mogen verlenen wordt door mij als een groot voorrecht gevoeld. Ik houd mij er van overtuigd, dat voor mijn beide kinderen, zeker wanneer zij ouder zullen zijn, er met dankbaarheid aan zullen terugdenken, dat het monument op de laatsten rustplaats van hun te vroeg overleden vader door hun moeder mocht worden onthuld.
(Bron: gemeenterachief, collectie Stichting Wassenaar '40-'45)
Het Algemeen Handelsblad schreef op 15 december 1952:
(Bron: Delpher)
Op de plaats van de boswachterswoning aan de Hellegatseweg 6 in Rijsbergen werd in 1948 een monument opgericht, het “Vloeiweide monument”. In 1985 werd het “Vloeiweide monument” door de leerlingen van groep 7 van de St. Bavoschool uit Rijsbergen geadopteerd. Daarmede werd de betrokkenheid van de jeugd in Rijsbergen op langere termijn gewaarborgd. Ieder jaar vindt de overdracht van deze adoptie plaats van de leerlingen van groep 8 aan de leerlingen van groep 7. Vooraf horen de kinderen welk drama zich op 4 oktober 1944 bij de boswachterswoning in de Vloeiweide heeft afgespeeld.
Het graf van J.M. Oberg is later ingericht op het Ereveld te Loenen (Gld.).
(Bron: Oorlogsgravenstichting)