Bijna 200 inwoners van Wassenaar kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogsgeweld om het leven (hoeveel Wassenaarders als gevolg van de Hongerwinter overleden weten we niet).
Het waren militairen, verzetsstrijders, dwangarbeiders in Duitsland, zeevarenden en toevallige slachtoffers van bombardement of beschietingen. De helft van het aantal slachtoffers in Wassenaar werd veroorzaakt door de Duitse maatregelen, gericht op het elimineren van de Joodse gemeenschap in Nederland. Dat daarbij in Wassenaar door ambtenaren en politie al dan niet bewust, veelal onbedoeld, fouten zijn gemaakt blijkt uit de lotgevallen van het gezin Bromet.
De familie Bromet woonde aan de Wittenburgerweg 120 in Wassenaar, maar moest op last van de Duitsers het pand verlaten. Zij vonden onderdak aan de Jonkerlaan 43. Hoe kwam dat zo? Aan de Van Oldebarneveldweg 30 in Wassenaar was een afdeling (Ortsgruppe) van de partij van Adolf Hitler, de NSDAP (‘Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei’), gevestigd.
De plaatselijke leiding van de NSDAP maakte in april 1941 een inventaris van de in Wassenaar aanwezige Joden. Woonden die in mooie huizen, dan informeerde de NSDAP de autoriteiten, waarop die de panden in beslag namen; de Joden moesten vertrekken.
Vanuit dat huis aan de Jonkerlaan 43 vertrok de familie in juli 1942, toen de eerste Joden gedeporteerd werden, op een tocht, die tragisch zou eindigen.
Door de Wassenaarse bureaucratie waren ze allang in het vizier gebracht van de vervolgers; op 29 mei waren de execate gegevens al doorgegeven aan de Zentralstelle für die Jüdische Auswanderung, aan de Euterpestraat te Amsterdam.
Baby Philip Emanuel Bromet , twee weken na het indienen van deze lijst op 12 juni geboren ontsnapte evenmin aan de aandacht van de Rijksinspectie van de Bevolking. De gemeente Wassenaar kreeg opdracht om het formulier voor de jonggeborene in te dienen. De gemeente kon hieraan geen gevolg geven, omdat het gezin vertrokken was, ‘vermoedelijk geëvacueerd’ (een goedbedoelde poging tot het onvindbaar maken?).
Het rapport van het Hoofdbureau van politie van Wassenaar van die dag laat zien dat men nietsvermoedend bij de duivel te biecht ging en zo het gezin aan de tentakels van de vijand overleverde:
De vrijheid, zonder jodenster op de kleding, zou maar kort duren. Vader, moeder, twee dochters, een zoon en een stiefdochter kwamen terecht in een boerderij in Helvoirt. Na verraad arresteerde de SD ze op 12 augustus.
“De familie Bromet (Joden) Jonkerlaan 43, is ondergedoken te Helvoirt (+ 3 kind en stiefkind). De politie heeft daar echter niet kunnen constateren, daar de PB’s [Persoonsbewijzen –KN] waarschijnlijk vals zijn. De opperwachtmeester van Helvoirt vraagt aan de Wassenaarse politie hoe te handelen. Ons in verbinding gesteld met de Sicherheits Polizei in Den Haag die meedeelde dat de familie op transport naar Scheveningen moest worden gesteld.”
Een dag later:
“Bovengenoemde personen afgehaald bij de SD en in bewaring gesteld.”
En weer later:
“De personen zijn heden om 05.00 uur op transport gesteld naar het interneringskamp Westerbork, begeleid door agent E”.
Hoe lang het gezin in Westerbork verbleef, is niet duidelijk. De kinderen en de moeder zijn op 8 oktober 1944 in Auschwitz omgebracht. De vader en stiefdochter overleden in de maanden, die volgden. Vader Hijman Bromet kwam terecht in kamp Groß-Rosen (nu Rogoźnica.in Polen), waar hij overleed. Waar stiefdochter Mary Cahn op een dodenmars haar einde vond, is onbekend.
Op het adres Jonkerlaan 43 hebben enige tijd deze plaquettes gehangen. Enkele huizen verder, op nummer 57 woonde de NSB-er Max Blokzijl, na de oorlog ter dood veroordeeld en in maart 1946 gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. .