Normale dingen doen was de laatste maand van 1944 helemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Wie goed ter been was kon gewoon op de fiets naar Leiden, mits men maar vóór spertijd weer van de straat was en in het donker zonder licht durfde te rijden. Er was geen openbaar vervoer, dus moest er goed gepland worden, zoals deze advertentie laat zien:
Het Vaderland 21 december 1944 (Via Delpher)
De diefstal van zijn auto – een zeldzaam iets - was niet alleen vervelend voor de directeur van de St. Ursulakliniek, maar ook voor het verzet. Dokter Hoelen was namelijk met zijn voertuig diep betrokken bij allerlei verzetsactiviteiten en verleende in de voor een deel verlaten kliniek onderdak aan onder meer onderduikers en wapens
De Residentiebode, 20 december 1944 (Via Delpher)
Het grijze weer en het sombere nieuws maakten het leven in Wassenaar zo vlak vóór Kerst er niet gemakkelijk en vrolijker op. De Duitsers waren op 16 december plotseling in de tegenaanval gegaan, het Ardennenoffensief. De doorbraak richting Antwerpen leek snel te verlopen. De bevrijding was verder weg dan ooit.
Met de kerstviering in aantocht werden veel vaders, zonen en broers gemist. Zij werkten gedwongen in Duitsland, waren als krijgsgevangene naar dat land afgevoerd of zaten in gevangenissen of concentratiekamp onder vreselijke omstandigheden. Het was in veel huizen in Wassenaar ook om die reden koud, donker en zorgelijk.
In wel zestig Wassenaarse woningen was dat om andere redenen het geval. Ook daar ontbraken vaders, zonen en broers. Niet door maatregelen van de Duitse bezetter maar omdat zij het avontuur zochten en met wapens in de hand de ideologie van de nationaalsocialisten aanhingen.
Een pas 15 jaar oude jongen uit Wassenaar had dienst genomen bij de Duitse Kriegsmarine en kwam op 22 december 1944 om het leven bij een geallieerde luchtaanval op het IJsselmeer.
In de nationaalsocialistische krant Volk en Vaderland van 5 januari 1945 plaatsten zijn Wassenaarse vrienden ‘Namens de Groep Wassenaar’ – onbekend is wat die groep was - een advertentie: ‘Hij stelde zich belangeloos beschikbaar voor de voedselvoorziening van ons volk.’ Twee weken later, op 19 januari 1945 gaven zijn ouders blijk van eenzelfde gezindheid: ‘Heden viel, tengevolge van ’n Engelschen terreuraanval, aan boord van het schip s.s. “Harlingen I”, varende voor de voedselvoorziening Marinestormer 2e Klasse in den nog jeugdigen leeftijd van 15 jaar. Hij zette zijn jonge leven in voor zijn Volk en Vaderland.” Een oudere broer was eerder in 1944 door het verzet geliquideerd, een andere broer was buiten Nederland in militaire dienst geroepen en kwam op de Atlantische Oceaan om als kanonnier aan boord van een Nederlands koopvaardijschip, getorpedeerd door een U-Boot van de Duitse Kriegsmarine.
Op 24 december 1944 sneuvelde in Colmar (Frankrijk) in een gevecht met de Amerikanen een 23-jarige inwoner van Wassenaar, Panzer Grenadier van de Waffen-SS. Op een Duits Ereveld in die buurt ligt hij begraven.