Op donderdag 28 december 1944 overleed de 25-jarige Gijsbertus Josef Pierlot, machine-bankwerker, wonend Ammonslaantje 7. Hij werd afgebeuld in één van de 60 buitenkampen van concentratiekamp Neuengamme, het werkkamp Kommando Barkhausen, gelegen nabij het belangrijke punt Porta Westfalica in het lieflijke Weserbergland bij Minden.
Hij ligt vermoedelijk met ruim 70 anderen als anoniem slachtofferbegraven op het oude kerkhof van Barkhausen. Het hotel “Kaiserhof” in die plaats was vanaf maart 1944 door de SS in beslag genomen voor de onderbrenging van 1.500 concentratiekamp- gevangenen uit 17 landen. In de feestzaal van het hotel (25 x 15 x 4 meter) werden meer dan 1.000 mannen samengeperst in bedden van 4-hoog.
De gevangenen werden in onderaardse gangen aan het werk gezet om deze geschikt te maken als fabrieksruimtes, beschermd tegen geallieerde luchtaanvallen. Was Gijsbert Pierlot daar terechtgekomen als straf omdat hij zich aan gedwongen tewerkstelling in Duitsland had willen onttrekken? Of omdat hij verzet had gepleegd?
Ingang van de gangen bij Barkhausen (Foto: Gedenkstätte Neuengamme)
Op donderdag 28 december was het prachtig vliegweer.
Het weer van 28-12-1944 Behoorlijk zonnige en kille (max 4,2°C) dag met ruim 5 uur zon. De lucht was onbewolkt, er was een matige wind (3 Bft).
De Duitsers gebruikten nog steeds de landgoederen aan de noordrand van Den Haag en in Wassenaar om hun V2 raketten te verbergen en af te vuren. Vanuit Duitsland werden de raketten per trein aangevoerd naar Leiden en vandaar over de weg naar diverse schuilplaatsen. De Rijksstraatweg was toen de hoofdverbinding tussen Den Haag en Leiden, Haarlem en Amsterdam: om die reden een favoriet doelwit van de Royal Air Force.
Op die donderdag 28e december om 11.00 uur hingen dan ook Spitfires in de lucht om V2’s uit te schakelen. De jagers doken neer op landgoed Beukenhorst bij het viaduct over de Rijksstraatweg. Een in Den Haag woonachtige passant, de 24-jarige Johannes Cornelis Penning de Vries, ambtenaar van de Zuivelcentrale kwam hierbij om het leven.
Twee uur later was Rust en Vreugd het doel. Acht bommen van 250 pond vielen binnen het doelgebied, maar er waren ook vier voltreffers op een ‘wit gebouw’, de St. Ursulakliniek.
Op het moment van de aanval werden er in de kapel juist vespers gezongen. Zuster Willibalda (Anna Cornelia Verhoeven, 37 jaar) werd hierbij gedood. Vijf andere zusters raakten gewond; zuster Lioba overleed dezelfde dag nog in Den Haag. Haar wereldse naam was Divera (Vera) Laan, 26 jaar.
Na de aanval was de St. Ursulakliniek onbewoonbaar en werd daarom voor een deel verlaten.
(Foto: Archief Stichting Wasseaar '40-'45)
Ter herinnering aan de slachtoffers werd na de bevrijding in de kapel een gedenksteen aangebracht met de tekst: ‘Ter nagedachtenis aan de eerwaarde zusters Willibalda en Lioba die op 28 dec. 1944 in deze kapel bij een bominslag werden gedood. Bid voor haar.’
De gedenksteen in de kapel van St. Ursulakliniek is rond de eeuwwisseling na de afbraak zoekgeraakt.(Foto door Foto Optima, 1995)
Vrijwel gelijktijdig met de aanval op de St. Ursulakliniek werd ook Eikenhorst bestookt. De 22-jarige Nicolaas Lamboo, zoon van jachtopziener Klaas Lamboo was daar op pad om duiven te schieten en werd gedood. Vader en zoon onderhielden banden met het verzet.
Rond drie uur in de middag volgde er weer een aanval op de Rijksstraatweg, dit keer bij het viaduct. De hier op post staande agent Willem Jan Dansen (29 jaar, wonend in de Bloemluststraat) werd door bomscherven dodelijk geraakt. Aan de Wassenaarse kant van het viaduct passeerde toevallig de 66-jarige groentehandelaar Bart Boers die eveneens getroffen werd en ter plaatse overleed. Op Haags gebied aan de andere kant van het viaduct kwamen nog eens vier passanten om.
Op 2 januari 1945 werd agent Dansen vanuit het politiebureau aan de Van Zuylen van Nijevelt door collega’s naar zijn laatste rustplaats gebracht. Het gehele politiekorps van Wassenaar stond aangetreden onder leiding van korpschef Buskens, die zich meldde bij burgemeester Jhr. de Blocq van Scheltinga.
De NSB-korpschef Buskens meldt (met nazigroet) het Wassenaarse politiekorps aan NSB-burgemeester Jhr de Blocq van Scheltinga. Let ook op de wit geschilderde voet van de lantaarnpaal, nodig vanwege de verduistering.
(Foto J. Eggink, Archief Stichting Wassenaar ’40-’45)