Eind december 1944 wilden de Duitse autoriteiten zoveel mogelijk, eigenlijke alle, mannen uit het nog door hen bezette Nederland afvoeren voor werk in Duitsland of voor werk aan de inderhaast aan te leggen veldversterkingen, zoals tankgrachten. Veel mannen waren al weggevoerd voor gedwongen tewerkstelling in Duitsland of als krijgsgevangene.
De fanatieke nazi H. Liese. maakte eind december 1944 bekend: 'Alle mannen van 17 tot 40 jaar moeten zich tussen 5 en 8 januari bij het dichtstbijzijnde arbeidsbureau melden!' Dagboekschrijfster Pieternel Honders schreef op 31 december: ‘Wat zal er met de mannen tussen 17 en 40 jaar gebeuren? Aan deze oproep gaven wederom velen geen gehoor en doken alsnog onder.
Op 4 januari haalden de Duitsers de bevolkingsregisters uit het gemeentehuis weg aan de Schoolstraat. Voor controle op de arbeidsinzet kon men deze goed gebruiken. Leden van de Wassenaarse illegaliteit hadden deze administratie veilig willen stellen, maar zij waren te laat.
Vanaf 9 januari vonden er razzia's plaats in West-Nederland, waaronder ook in Wassenaar.
Verzameling F.R. Hazenberg
Zuster Theofrida van de RK ULO aan de Kerkstraat: 'Begin januari moesten alle jongens en mannen zich melden. Leerlingen van onze ULO vielen er ook onder. Sommigen meldden zich uit angst, of omdat ze zo'n honger hadden. De meesten deden het echter niet. Het werd toen de tijd van de razzia's. De wegen werden afgezet om de mensen te kunnen aanhouden. Soms kwam er onder schooltijd een seintje en was het: "Berg je!".'
Ook in de straten werd er snel gewaarschuwd als er een razzia in aantocht was. Mevrouw C. de Hoop Scheffer-Furnée: 'Zodra iemand iets vernomen had, over een op komst zijnde razzia, werden 'onschuldige' kinderen er op uitgestuurd om die families' te waarschuwen waarvan men wist dat er onderduikers waren. Ik kreeg dan een keukenzeef in mijn hand gedrukt en liep de Bloemcamplaan en de Groot Hoefijzerlaan af en belde aan met mijn verhaaltje. Zou ik onderweg door een Duitser worden aangehouden, dan kon ik zeggen dat ik een geleend zeefje ging terugbrengen.'
Tenminste twaalf inwoners van Wassenaar verloren in de oorlogsjaren tijdens de gedwongen tewerkstelling in Duitsland het leven.
Een door gemeenteambtenaar Versteeg vervalst Persoonsbewijs:
De stempels ‘Ongeldig’ zijn van na de bevrijding.
Het persoonsbewijs is afkomstig van Jacob Krom, geboren 12 maart 1918 in ’s-Gravenhage. Overleden 9 januari 1963 Amsterdam.
Jacob Krom studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. Begin 1943 werden de studenten uitgenodigd de Loyaliteitsverklaring te tekenen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Loyaliteitsverklaring, 29 september 2018.
De loyaliteitsverklaring was een verklaring die studenten in Nederland in 1943 moesten ondertekenen. In die verklaring moesten zij beloven dat ze zich zouden 'onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk [...] gerichte handeling'. De verklaring werd door de Duitse bezetter op 13 maart 1943 ingevoerd, de studenten hadden tot 10 april de tijd om de verklaring te ondertekenen. Wie niet tekende, mocht geen college meer lopen.
Er waren op dat moment 14.600 studenten. Ongeveer 12.400 (85%) weigerden de verklaring te tekenen, inclusief 1.880 vrouwen. Al gauw werd duidelijk wat er met weigeraars zou gebeuren. Mannelijke studenten die niet tekenden, moesten zich in Ommen bij de Arbeitseinsazt aanmelden. Als de weigeraars niet naar Ommen zouden gaan, zouden er represaillemaatregelen tegen hun familieleden worden genomen.
De bezetter arresteerde ongeveer 3.500 weigeraars, die naar Duitsland werden gestuurd. De overige weigeraars doken onder.
Omdat Jacob Krom de door de Duitsers geëiste Loyaliteitsverklaring niet tekende, ontvluchtte hij Amsterdam. Hij ging ‘uit logeren’ bij de moeder van zijn verloofde, toen op 5 mei 1943 het bericht kwam dat hij zich moest melden voor tewerkstelling. Hij ging naar familie in Groningen en probeerde er een onderduikadres te krijgen. Toen dat niet lukte meldde hij zich alsnog noodgedwongen aan.
Hij werd vervolgens in Berlijn tewerkgesteld bij de Mauser-wapenfabriek. De naam Krom werd door de Duitsers als Krooom uitgesproken, wat hem later op een idee bracht dat van pas zou komen bij zijn onderduik. Toen hij eind 1943 verlof kreeg en in ons land terug was, dook hij onder in Wassenaar, waar de heer De Blaauw, de vader van zijn verloofde, woonde aan de Van Zuylen van Nijeveltstraat 330.
Hij kreeg na vier maanden dit persoonsbewijs op naam van Jacob Kroon, woonachtig Van Zuylen van Nijeveltstraat 33 en bleef daar 'op papier' wonen. Het PB is getekend door Versteeg, die op veel manieren onderduikers hielp. Of Krom (alias Kroon) ook op nummer 33 daadwerkelijk verbleef, weten wij niet. Wij vermoeden dat dat huisnummer ook een deel van het onderduikverhaal was: nummer 33 in plaats van 330, Kroon in plaats van Krom;:gemakkelijk te onthouden. Hij bleef in Wassenaar ondergedoken tot de bevrijding.
Tijdens die onderduik schreef hij van 25 maart tot 17 juni 1944 zijn ervaringen op in Zeven maanden in Duitschland, Mei – December 1943. Dit relaas bevindt zich in het Gemeentearchief van Wassenaar bij de collectie van de voormalige Stichting Wassenaar ’40-‘45.