Op 14 februari waren enkele Britse Spitfire-vliegers boven Den Haag en Wassenaar op zoek naar Duitse lanceerplaatsen van V2-raketten, gericht op Engeland of Antwerpen. Plotseling kregen zij het schouwspel van hun leven te zien. Pal voor hun neus schoot uit het bos bij Duindigt een V2 omhoog. Een Schotse piloot vuurde met zijn boordkanon nog een salvo op de raket af. Zijn schoten hadden geen effect, de raket bereikte Engeland. Een week later werd de filmstudio op landgoed Oosterbeek door Spitfires vernield. Het terrein was inderdaad in gebruik bij Duitse V2-troepen.
Mevrouw Knijnenburg schrijft op 15 februari: ‘Vandaag razzia’s in Wassenaar. Veel straten waren afgezet. Wat een zenuwachtige drukte! Veel vrouwen wachten met angst in het hart, want het is de vraag of haar man erbij was of misschien nog net de dans kon ontspringen. Na acht uur mag niemand meer op straat, dus moeten we afwachten tot morgen.’ Die razzia begon tegen half vijf in de middag in de omgeving van de Prins van Wiedlaan en de Lange Kerkdam. Overal stonden Duitse posten. Gerard van Holten was eerder, in mei 1944 bij een razzia ontsnapt na beschoten te zijn. Daarna was hij ondergedoken en probeerde ook nu te vluchten. Weer werd hij beschoten en dit keer was het raak. Hij overleed in de St. Ursulakliniek. Om aan de razzia te ontkomen probeerde een man tevergeefs stiekem met vrouwen van kleren te wisselen. Een ander wist zich onder een omgekeerde badstoel schuil te houden tot de kust weer veilig was. Iedereen die op straat liep, ook ouderen en kinderen werd bijeen gedreven naar een stukje ondergelopen land. De opgepakte mannen werden na het ingaan van de spertijd afgevoerd. Een vader van zes kinderen wist nog in de omgeving van Rotterdam uit de trein te springen en de volgende dag naar Wassenaar terug te keren.
Wie was opgepakt en ergens gedwongen tewerkgesteld werd, kon in een onveilige situatie terecht komen. Dat ondervond elektrotechnicus Evert Scherpenzeel, 37 jaar, wonend in Kerkehout. Hij overleed op 15 februari tijdens dwangarbeid in het Ruhrgebied. De 18-jarige timmerman Leonardus Hoogweg dook na de oproep voor de Arbeidsdienst eerst onder, maar ging later toch. Op 15 februari viel hij door het beschadigde dak van een gebombardeerde hangar op Vliegveld Bergen (NH) en overleed.