Op straat was het nog steeds gevaarlijk. Er werden steeds weer mannen van straat en uit huizen geplukt om schuilgaten te gaan graven, de zogenaamde éénmansgaten. De 54-jarige Arie Jongejan reed , op weg naar zijn huis aan de Santhorstlaan op de fiets bij Den Deijl en werd door een paar Duitsers aangeroepen om zijn fiets af te geven. Hij stopte niet vlug genoeg, werd beschoten, zijn fiets werd meegenomen en hij bleef dood liggen.
Terwijl de bevrijding al in de lucht hing, kwam er toch nog dodelijk gevaar van vliegtuigen. Voor het laatst tijdens de oorlog bestookte de Royal Air Force het verkeer op de Rijksstraatweg, waar de 39-jarige Willem van der Lugt uit Den Haag met zijn paard en wagen werd beschoten; hij overleefde het niet. Hij was met een lading aardappelen op weg naar de Centrale Keuken in Wassenaar; het getroffen paard werd gelijk ook op het menu gezet.
In Londen waren Koningin Wilhelmina en de Nederlandse ministers al maanden achter de schermen actief om hulp te krijgen voor de hongerenden in West-Nederland. In februari begon de geallieerde luchtmacht te oefenen met het afwerpen van voedselpakketten. Eind maart werd overwogen om eventueel zonder Duitse instemming voedsel te gaan droppen. De Nederlandse ministers en het verzet waarschuwden daar tegen, omdat de Duitsers ongetwijfeld alles voor eigen gebruik zouden inpikken. Medio april hadden de geallieerde troepen vrijwel het hele land bevrijd, maar er was geen zicht op een snelle afloop voor de laatste provincies. Het geallieerde opperbevel had grote voedselvoorraden klaar liggen; de capitulatie van de Duitsers bleef maar uit. Achter de schermen overlegde het verzet met Duitse autoriteiten. Men kwam tot afspraken. Het verzet stelde Londen hiervan op de hoogte, waarna op geallieerd regeringsniveau toestemming kwam om onderhandelingen te voeren met de Duitse Rijkscommissaris Seyss-Inquart. In het openbaar reageerden de Duitsers negatief op de Britse radio, de BBC, die op 24 april voedseldroppings aankondigde. Het geallieerde opperbevel van generaal Eisenhouwer deed die dag een belangrijke mededeling, waarin o.a. stond:
“Verwacht voedselpakketten zowel bij dag als bij nacht. Geeft acht op onze vliegtuigen. Vormt groepen om naar vliegtuigen uit te zien en de pakketten te verzamelen. Wij geven de vijand instructie U te helpen. Slaat dien hulp niet af. Het kan Uw last verlichten. Wanneer de vliegtuigen laag over komen, moet u dekking zoeken, waar de pakketten kunnen vallen, want zij worden zonder valscherm afgeworpen en zij zijn zwaar genoeg om U letsel toe te bregen en zelfs kunnen zij U doden. VERDEEL HET VOEDSEL EERLYK ! ! ! ! !”
In Wassenaar ging het bericht over voedseldroppings snel rond. Het verzet had opdracht gekregen om zich rustig te houden, geen acties te plegen en af te wachten. De hele organisatie van het klaarmaken van opvangterreinen, van het verzamelen, vervoeren en verdelen van het voedsel lag namelijk in handen van de Nederlandse autoriteiten. De Wassenaarse Luchtbeschermingsdienst (L.B.D.) maakte zich klaar.