Op donderdag 26 januari werd op de begraafplaats Persijnhof in Wassenaar, een herdenking gehouden om de 98 Wassenaarse Holocaust slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken. Ter nagedachtenis aan hen zijn er tot op heden 22 ‘struikelstenen’ geplaatst.

Na het welkomstwoord van ceremoniemeester Ton Beijersbergen, lid van de werkgroep Stolpersteine Wassenaar, sprak, burgemeester Leendert de Lange over de onvergetelijke gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo refereerde de burgemeester aan een artikel van De Telegraaf, waarin duidelijk wordt dat er nog altijd onwetendheid over de Tweede Wereldoorlog bestaat onder de Nederlandse bevolking. Vervolgens sprak spreekster Esther Karsch-Spiro over haar vader die tijdens het transport naar kamp Westerbork uit de trein sprong en op deze manier de oorlog overleefde. Haar opa en oma overleefde de Holocaust niet. 

Tamar A. Soetendorp, dochter van rabbijn Soetendorp, las drie gedichten voor uit haar gedichtenbundel ‘Alles’ en vertelde over haar Joodse familiegeschiedenis en haar verbinding met de Tweede Wereldoorlog. De drie gedichten die werden voorgedragen waren  ‘ballast, onderduiken en woestijn’. Van deze gedichten was ‘onderduiken’ zeer toepasselijk bij deze ceremonie. 

Aansluitend volgde er een muzikaal intermezzo waarin Oz Shasha Hebreeuwse liederen zong. Buiten werd het Kaddisj gezongen en gesproken, hierna volgde één minuut stilte. Tot slot legde  burgemeester Leendert de Lange samen met de plaatsvervangend voorzitter van de Raad, de heer Paulides, een krans naast het Joods monument en plaatste de voorzitter van de werkgroep Stolpersteine, Margareth de Vos van Steenwijk een bloemstuk. Hierna was er tijd en ruimte om onder het genot van een kop koffie of thee elkaar nog informeel te spreken.