In de drie voorgaande afleveringen van deze rubriek werd ingegaan op de jarenlange opgraving van het voormalige kasteel Huis ter Weer dat gestaan heeft tussen de huidige Seringenlaan en de boerderij Ter Weer aan de Deijlerweg. Deze opgraving, uitgevoerd door leden van de archeologische werkgroep van de Historische Vereniging Oud Wassenaer leverde een schat aan middeleeuwse en latere gebruiksvoorwerpen op. Bovendien waren er veel bodemsporen die informatie gaven over de ligging van het kasteel en van de omringende grachten. Deze sporen werden nauwkeurig ingetekend en de vondsten werden opgetekend in dagrapporten.
Zeven jaar, van 1974 tot 1981, werd er gegraven op het kasteelterrein van het in 1738 afgebroken Huis ter Weer (tussen de Seringenlaan en boerderij Ter Weer). In die jaren verscheen vrijwel de gehele ‘fine fleur’ van de Nederlandse archeologie op het opgravingsterrein: van mevrouw dr. W. Groenman-van Waateringe tot prof. J.G.N. Renaud, prof. L.P. Louwe Kooijmans en prof. H. Brunsting. De laatste groef zelfs een paar maanden mee toen opzienbarende klokbekerscherven aan de oppervlakte kwamen. In de komende jaren zou blijken dat het terrein niet alleen een schat aan middeleeuwse voorwerpen opleverde, maar dat het er ook rijk was aan overblijfselen uit de prehistorie.
Hele mooie herinneringen heb ik aan de opgraving van het Huis ter Weer, even ten noorden van de Seringenlaan, in de periode 1976-1981. Ons werkterrein was een weiland, waar een graafmachine diagonaalsgewijs een aantal lange sleuven doorheen had gegraven. De bodemsporen in de sleuven werden opgetekend en met de hand werden nieuwe sleuven aangelegd en grote werkputten uitgegraven. Het was zwaar werk. Met de schop werden kruiwagens gevuld en het vergde acrobatische toeren om met de kruiwagen via smalle planken de werkput uit te komen. Soms mislukte dat en vielen de kruiwagen en de kruier met hun zware last van de plank, tot grote hilariteit van de andere gravers.
Op het terrein is niets dat nog herinnert aan het kasteel dat hier tot 1738 stond. Of toch: naast de eigenlijke locatie staat boerderij Ter Weer, de eeuwenoude hoeve die eertijds fungeerde als kasteelhoeve. Op het kasteelterrein zelf, tussen de boerderij en de Seringenlaan, is nu een parkje met een rare ‘geluidswal’ en diverse bosschages. Dertig jaar geleden bood deze plek een totaal andere aanblik: het was een weiland met een redelijk open doorzicht van de Deijlerweg tot ver over de Zijlwatering. Direct ten zuiden van de boerderij werd het weiland doorsneden met sleuven en grote werkputten en her en der lagen grote bergen uitgegraven zand. Te midden van dit alles waren ca. twintig amateur-archeologen iedere zaterdag bezig met de grootste opgraving die Wassenaar ooit gekend had. De opgraving van het Huis ter Weer duurde van 1974 tot 1981 en leverde een schat aan archeologische voorwerpen en gegevens op.
In mei 1987 werd de opgraving van het Bronstijdgraf in het Weteringpark beëindigd. De skeletten waren overgebracht naar het Instituut voor Prehistorie in Leiden. Gertrudis Offenberg gaf in een artikel in het tijdschrift Spiegel Historiael (1987 nr. 10) een pakkende beschrijving van de stoffelijke resten.
Iedere laatste zaterdag van de maand (behalve in de zomermaanden) is het Historisch Informatie Punt (HIP) in de Bibliotheek aan de Langstraat geopend. Tussen 11.00 en 16.00 kunt u hier terecht met vragen en opmerkingen over de geschiedenis van Wassenaar.
Op de bres staan voor de cultuurhistorie van Wassenaar, dat is wat de vereniging wil. Dat doet zij o.a. door het bevorderen van de lokale monumentenzorg, het organiseren van lezingen, cursussen, excursies en tentoonstellingen en het uitgeven van publicaties.
Secretaris M.F.J. Spierings - info@oudwassenaer.nl