In Wassenaar bestaat de wens om te komen tot een historisch museum. Dat staat vanzelfsprekend bij de Historische Vereniging Oud Wassenaer hoog op de wensenlijst. Zo staat er in de statuten als doelstelling van de vereniging onder meer: Het oprichten van of het medewerken aan een Wassenaars historisch museum.
Ons bestuurslid Robert van Lit, deskundig bij uitstek, stelde hiervoor in juli 2022 onderstaande notitie op, die beschikbaar werd - en wordt - gesteld aan geïnteresserden. Wat komt er allemaal bij kijken?
Op weg naar een historisch museum voor Wassenaar
De aanleiding voor deze notitie
Al tientallen jaren wordt er vanuit de Wassenaarse bevolking gevraagd naar een Wassenaars (historisch) museum. Wij vinden het voor een zelfstandige gemeente als Wassenaar belangrijk om zelfbewust te zijn, en dat kan bij uitstek door de eigen geschiedenis te koesteren. Door een gedeelde geschiedenis voelen mensen zich meer verbonden met hun woonplek én met elkaar, want zonder geschiedenis geen heden en zonder heden geen toekomst. Museum Wassenaar zal het museum van, voor en over Wassenaar zijn met een accent op de historie van ons dorp. Een plek waar de Wassenaarse geschiedenis tastbaar wordt en letterlijk wordt gezien. Door onder andere het tonen van de collectie en via spraakmakende tentoonstellingen willen wij interesse wekken voor onze gezamenlijke geschiedenis.
Daarbij wijzen wij erop dat alle omliggende gemeenten al over zo’n museum beschikken: de Lakenhal in Leiden, het Haags Historisch Museum, het Loosduins museum, het Katwijks Museum, Museum Valkenburg, Museum Voorschoten, Museum Voorburg-Leidschendam, Museum Rijswijk en het Muzee in Scheveningen. In Wassenaar was wel jarenlang een oudheidkamer gevestigd in een lokaal in de voormalige Europaschool. Bovendien zijn er in de bibliotheek aan de Langstraat vitrines in gebruik voor tijdelijke tentoonstellingen en zijn in het souterrain van De Paauw archeologische vondsten uitgestald. En bovendien is in De Paauw ook het al lange tijd bestaande Brandweermuseum te bezoeken. Zowel de archeologische opstelling als de gemeentelijke brandweercollectie moeten over enige tijd het souterrain van De Paauw verlaten vanwege de interne restauratie van het gebouw.
In Raadhuis De Paauw werden op initiatief van burgemeester P.H. Schoute vanaf midden jaren tachtig tentoonstellingen georganiseerd in de Tuinzaal en de Pieter Twentzaal. Daaronder waren ook historische tentoonstellingen als die over William and Mary, prins Frederik en 800 jaar Wassenaar. Een tentoonstelling over de in Wassenaar wonende illustrator Cornelis Jetses trok landelijke aandacht en deed duizenden bezoekers naar De Paauw komen. Enkele jaren geleden werd de Stichting Wassenaars Historisch Museum opgericht, met het doel te komen tot een lokaal museum. De pogingen om een pand voor dit museum te bemachtigen liepen echter op niets uit en de stichting werd na enkele jaren weer opgeheven. Recentelijk werd het idee voor een Wassenaars historisch museum politiek en bestuurlijk omarmd en lijkt de tijd rijp om opnieuw een serieuze poging te doen om tot zo’n museum te komen. Hierna zal beknopt worden weergeven uit welke componenten zo’n museum zou kunnen bestaan.
Een museum met allure
Bij het realiseren van een museum is het van belang om te bedenken dat het Nederlandse museumpubliek gewend is geraakt aan musea die veel te bieden hebben. Met alleen een aantal opgehangen schilderijen is men niet meer tevreden. De tentoonstelling moet bijzonder zijn, en liefst ook interactief; dankzij audiovisuele middelen krijgt de bezoeker extra informatie en kan hij educatieve spelletjes spelen. Een museum in het villadorp Wassenaar zal hoge verwachtingen wekken. Als het museum dan blijkt te bestaan uit een simpele ‘oudheidkamer’ zal de teleurstelling van de bezoeker groot zijn en is herhaalbezoek niet te verwachten. Vandaar dat wij vinden dat het Museum Wassenaar allure moet hebben, het zal het visitekaartje van de gemeente Wassenaar zijn. Voorbeelden van musea met allure zijn het Katwijks museum (gevestigd in een monumentale rederswoning) en het Rijswijks Museum dat bestaat uit een 18de-eeuws landhuis met een moderne aanbouw.
Het Museum Wassenaar
Het Museum Wassenaar vertelt het verhaal van de rijke geschiedenis van Wassenaar. Het gaat over de ontwikkeling van het dorp, de agrarische achtergrond (landbouw, veeteelt en bollenteelt), over het ontstaan van kastelen en buitenplaatsen. Kenmerkend voor Wassenaar zijn de uitgestrekte villawijken die na 1910 werden aangelegd. Een belangrijke component in het museum zal de Wassenaarse brandweer zijn. Het verhaal van Wassenaar zal te zien zijn in een permanente opstelling. Daarnaast is er een ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen over diverse onderwerpen of over bijvoorbeeld kunstenaars (en hun werk) die in Wassenaar gewoond hebben, zoals Sierk Schröder, Pieter de Josselin de Jong en Cornelis Raaphorst. Hier kunnen onderdelen van de geschiedenis van Wassenaar worden getoond aan de hand van collectieonderdelen en/of bruiklenen van derden. Ook zou het museum een podium kunnen bieden aan hedendaagse (Wassenaarse) kunstenaars.
De doelgroep
Het museum is bedoeld voor inwoners van Wassenaar met inbegrip van de groep expats. Verder kan het museum interessant zijn voor toeristen en dagjesmensen die Wassenaar aandoen. Tijdelijke exposities kunnen ook cultuurliefhebbers uit de regio aantrekken. Ook voor schoolkinderen (al dan niet in klassenverband) moet het museum interessant zijn.
Het museum zou gebruik kunnen maken van de volgende collecties:
Het meest omvangrijk is de bestaande collectie van het Brandweermuseum in De Paauw. Deze collectie is eigendom van de gemeente Wassenaar. Topstukken zijn enkele eeuwenoude brandspuiten met een hoge museale waarde. Deze collectie is te omvangrijk om in zijn geheel getoond te kunnen worden. Dit kan worden ondervangen door geregeld wisselingen in de opstelling aan te brengen, wat het voordeel heeft dat de bezoeker steeds andere objecten te zien krijgt. De collectie omvat ook mobiel erfgoed: drie historische brandweerwagens.
De gemeente Wassenaar beschikt over 900 kunstwerken. Veel daarvan zijn gemaakt door Wassenaarse kunstenaars als Paul Citroen, Roeland Koning en glaskunstenaar Andries Copier. Onder de schilderijen zijn ook diverse topografische werken die een rol kunnen spelen in het verhaal van Wassenaar. Er is een reeks portretten van burgemeesters, die nu in De Paauw hangt. Een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke collectie vormt de collectie Knoester, die in 2009 in zijn geheel is aangekocht. Dit zijn schilderijen die behoren tot de Nieuwe Haagse School. Het zijn werken uit de periode 1950-1970 die gemaakt zijn door Haagse kunstenaars. Ze hebben echter geen directe relatie met Wassenaar.
Het Wassenaarse gemeentearchief beheert historische foto’s en tekeningen, plattegronden en documenten. Deze worden bewaard in De Paauw. Originele foto’s e.d. zouden tijdelijk getoond kunnen worden in het museum. Reproducties (bijvoorbeeld blow-ups) kunnen onbeperkt tentoongesteld worden.
De gemeente bezit een kleine collectie cultuurhistorische voorwerpen zoals een gedenksteen en een bronzen luidklok uit het Oude Raadhuis in de Langstraat en nogal wat voorwerpen die gerelateerd zijn aan De Paauw. Daaronder zijn enkele beelden en vazen en een ‘gedenkmeubel’ dat door de Vrijmetselarij is geschonken aan prins Frederik. Bijzonder is een Russische plantenstandaard die zo kostbaar is dat men deze niet meer durft op te stellen (hij stond vroeger in de spiegelhal).
Voorwerpen met historische waarde zijn verzameld door de (inmiddels opgeheven) Stichting Historisch Centrum Wassenaar en de Stichting Wassenaars Historisch Museum. Hieronder zijn bijvoorbeeld gereedschappen uit de bloembollencultuur, werktuigen van ambachtslieden, maquettes van de Wassenaarse buitenplaatsen Backershagen, Rijksdorp en Huis ter Weer en een benzinepomp van huize Backershagen uit 1935. Een deel van deze voorwerpen wordt op dit moment bewaard in De Paauw en in het Ketelhuis in de Tuin van Ruys.
Een grote collectie archeologische voorwerpen is tijdens opgravingen verzameld door de Stichting Historisch Centrum Wassenaar. Het betreft onder andere aardewerk en werktuigjes uit de prehistorie. Uit de middeleeuwen en later stamt een grote collectie die is opgegraven op het terrein van Huis ter Weer en in het dorpscentrum. Eigenaar van deze collectie is de Provincie Zuid-Holland. Een deel van de collectie staat opgesteld in vitrines in het souterrain van de Paauw. Het spectaculaire Bronstijdgraf (opgegraven in het Weteringpark), bestaand uit een groep van twaalf skeletten uit ca. 1700 voor Chr., wordt permanent getoond in het museum van park Archeon aan Alphen aan den Rijn.
Daarnaast zijn er diverse particuliere collecties. Zo zijn er verzamelaars van Wassenaarse foto’s en ansichtkaarten en bezit Carl Doeke Eisma een belangrijke collectie over de illustrator Cornelis Jetses die in Wassenaar woonde.
Het museumgebouw
Het museum zal moeten beschikken over een (duidelijk gemarkeerde) entree met kassa, garderobe en toiletgroep. Het verdient aanbeveling om een wand met metalen kluisjes beschikbaar te hebben waarin de bezoekers kleding en tassen kunnen opbergen.
Een museumwinkel is eveneens aan te bevelen. Hier kunnen bezoekers boeken, catalogi en allerlei aardige zaken aanschaffen. Zo’n winkel kan extra inkomsten genereren.
Een aantrekkelijke ruimte om koffie/thee te drinken wordt door de bezoekers op prijs gesteld. Het aardigst is natuurlijk als aan het museum een bescheiden restaurantje is verbonden. Zie bijvoorbeeld Museum Rijswijk, waar men bovendien op een terras in een prachtige tuin van drankjes, broodjes en gebak kan genieten. Als het museum bijvoorbeeld in de Langstraat gevestigd zou zijn, is een eigen restaurantje niet direct noodzakelijk gezien de voorzieningen in de directe omgeving. Het gebouw kan uit meerdere verdiepingen bestaan waarin de toegankelijkheid voor minder validen wordt gewaarborgd.
Een ruimte (ruimten) waar de vaste collectie getoond wordt, is onontbeerlijk. De ruimte moet goed beveiligd zijn, bijvoorbeeld met camera’s en/of door de aanwezigheid van supposten. Ook de aanwezige vitrines zullen moeten voldoen aan bepaalde eisen van beveiliging. In de ruimte moet een klimaatinstallatie aanwezig zijn (ingebouwd of in de vorm van mobiele luchtbevochtigers/ - ontvochtigers) zodat temperatuur en luchtvochtigheid voldoen aan museale eisen. Ook aan de verlichting (spotjes) worden eisen gesteld vanwege de hoeveelheid licht die schilderijen en tekeningen mogen hebben. Tenslotte verdient het ophangsysteem van schilderijen e.d. aandacht. Bij het gebruik van haken die in de wand worden geslagen, zal die wand bij het plaatsen van andere schilderijen eerst gerepareerd moeten worden. Bij het gebruik van draden als ophangsysteem heb je dit probleem niet.
Ook een ruimte (ruimten) voor wisseltentoonstellingen is onontbeerlijk. Voor deze ruimte gelden dezelfde eisen die gesteld worden aan de vorige ruimte. Hier kunnen tijdelijke tentoonstellingen worden gehouden. Bij lokale musea zijn deze wisseltentoonstellingen de ‘publiekstrekkers’, dit in tegenstelling tot de vaste collectie die meestal eenmaal wordt bekeken. Voor de tijdelijke tentoonstellingen kunnen bruiklenen worden aangevraagd bij andere musea. Daarbij is de tendens dat uitlenende musea vaak steeds hogere eisen stellen aan transport (via een speciale kunsttransporteur als de firma Hizkia van Kralingen), verzekering, beveiliging en het klimaat in de tentoonstellingsruimte. Steeds vaker wordt verzocht om een uitdraai van de klimaatregistratie over een bepaalde periode, zodat de bruikleengever kan zien hoe het gesteld is met het klimaat in het museum. Ook wil de bruikleengever graag weten hoe het museum is beveiligd.
In een educatieve ruimte kunnen klassen worden ontvangen voor een speciaal programma. Hier zouden ook workshops en lezingen voor jong en oud gehouden kunnen worden. Het mooist is natuurlijk als het museum een centrum van activiteiten wordt, eventueel in samenwerking met bijvoorbeeld de bibliotheek.
Het depot
Een museumdepot is onontbeerlijk. Het zal nooit mogelijk zijn om de hele collectie te laten zien. Denk aan de grote brandweercollectie van de gemeente, de kunstcollectie van de gemeente en de cultuurhistorische collectie. Ook het depot zal aan museale eisen moeten voldoen wat betreft beveiliging en klimaatbeheersing. Het depot hoeft zich niet in het museumgebouw te bevinden. Veel van onze omringende musea huren depotruimte elders. De archeologische collectie Wassenaar (voor zover niet tentoongesteld) wordt bewaard in het provinciaal archeologisch depot voor Zuid-Holland. In het geheel dient ook meegenomen te worden dat het Brandweermuseum beschikt over drie gemotoriseerde voertuigen waarvoor een stallingsruimte beschikbaar moet komen binnen de gemeente.
Ruimtebeslag museum (minimale eisen)
Kassa/ winkel 20 m2
Toiletten/garderobe p.m.
Ruimte voor vaste opstelling 150 m2
Ruimte voor wisseltentoonstellingen 100 m2
Ruimte voor Brandweermuseum 100 m2
Kantoorruimte 30 m2
TOTAAL 400 m2
Depotruimte 100 m2
Registratie van de collectie
Een flinke klus is het registreren van de collectie. Idealiter zou de hele collectie die het museum beheert, geregistreerd moeten zijn in een digitaal registratiesysteem. Hierin staan alle voorwerpen (beknopt) beschreven, liefst met een afbeelding. De voorwerpen zelf moeten voorzien zijn van een zichtbaar inventarisnummer (of barcode). De brandweercollectie en de gemeentelijk kunstcollectie zijn al geregistreerd. De diverse deelcollecties zouden in één registratiesysteem moeten worden ondergebracht.
Bezoekersaantallen
Het aantal bezoekers dat jaarlijks getrokken zal worden, hangt af van diverse factoren. De mate van aantrekkelijkheid van het museumgebouw is een daarvan. Publiekstrekkers zijn vooral de tijdelijke tentoonstellingen. Een bijzondere tentoonstelling kan zomaar een ‘blockbuster’ blijken te zijn. Het Museum Voorschoten trekt jaarlijks zo’n 4.000 bezoekers, het Haags Historisch Museum 40.000. Het bezoekersaantal van het Museum Wassenaar zal daar ergens tussen zitten, afhankelijk van het aantal aansprekende tentoonstellingen.
Het Museum Wassenaar en het Brandweermuseum
Wassenaar heeft al een prachtig Brandweermuseum, dat na vertrek uit De Paauw ergens ondergebracht moet worden. Als deze Van der Markcollectie wordt ingebracht in een museum dat de Wassenaarse geschiedenis zal presenteren, betekent dit dat de brandweercomponent onderdeel zal zijn van het Wassenaarse verhaal. Om een evenwichtig verhaal te kunnen vertellen, zou de brandweer maximaal 1/3 deel van het verhaal moeten beslaan.
Personeel
Veel van onze omringende lokale musea worden grotendeels gerund door vrijwilligers. Voorschoten heeft er bijvoorbeeld 100, Katwijk 180. Vaak is er een betaalde directeur/conservator die de kwaliteit van het museum in de gaten houdt, die coördineert en zorg draagt voor de continuïteit. In het museum zal kantoorruimte moeten zijn om de staf te kunnen huisvesten, waar vrijwilligers aan computers kunnen werken (o.a. het invoeren van collectiegegevens, het beantwoorden van mailtjes van het publiek etc.). In deze ruimte kan ook het archief (correspondentie, verslagen van vergaderingen, bruikleencontracten e.d.) worden bewaard.
Website
Het museum zal moeten beschikken over een aansprekende website. Een website is ook een van de voorwaarden om als museum aangemerkt te kunnen worden als een culturele ANBI (geeft belastingvoordeel)..